• Door naar de hoofd inhoud

geeRTse :: remedial teaching

mobiele praktijk voor remedial teaching

  • Home
  • Wie ben ik?
  • Voor wie?
  • Diensten
  • Tarieven
  • Blog
  • Contact
Previous Next
Contact 06 186 910 42Blogfacebook

Jolanda Geertse

Motivatie

12 april 2015 by Jolanda Geertse

Hoe motiveer je kinderen op de basisschool?

 

Er zijn van die verplichte dingen in het leven van een 6 jarige. Een ervan is bij ons thuis (en bij vele anderen) zwemles. Aanvankelijk superleuk maar al snel een verplicht item.

Het motiveren van je kind om vooral goed je best te doen, valt niet mee, als dat diploma maar op zich laat wachten. Mijn 6 jarige zoon heeft een heel eigen kijk op zijn vorderingen. Als ik na afloop vraag hoe het ging zegt hij vol enthousiasme: “Nou het ging echt heel goed, ik was de beste en de snelste (niet dat dat een vereiste is, maar goed dat is meer iets wat in zijn wereld telt).

Ik ben blij dat hij zo tevreden is, vervolgens vraag ik wat de juf er van vond (stilletjes hopend op een uitnodiging voor het proefzwemmen).

Zoonlief: “Nou die juf ziet dat niet zo, zij denkt er echt anders over”.

Oke.. helemaal duidelijk dat dat diploma nog wel even op zich laat wachten.

In de begeleiding van kinderen die een achterstand op school hebben opgelopen is het belangrijk om haalbare doelen te stellen met een kind (door realistische doelen te stellen is de kans op succeservaringen groot, wat weer belangrijk is voor de motivatie) Een kind wat met rekenen zowel op de cito score als met de methode gebonden toetsen onvoldoende scoort, zal niet opeens heel goed gaan scoren. Wel kan je kijken of er via een glijdende schaal is te werken aan verbetering.  Van de onvoldoende score naar matig of net voldoende en vervolgens verder. Afhankelijk van de leeftijd kan je met een kind bespreken wat hij zelf als (haalbare) doelen wil.

Je zou het zelfs in beeld kunnen brengen met kleuren (van rood naar oranje naar groen) of met cijfers. Het is dan handig om met tussendoelen en einddoelen te werken (deze moeten dan wel realistisch zijn, van 3 naar 10 is meestal niet haalbaar….tenzij je tussendoelen formuleert..)

In mijn praktijk leg ik de nadruk op de individuele vooruitgang in plaats van te kijken naar het klassengemiddelde . Ik breng bijvoorbeeld in beeld hoeveel sommen een leerling foutloos heeft gemaakt of met leestempo hoeveel boeken iemand al heeft gelezen.

Zo stimuleer je een kind te reflecteren op zijn eigen vooruitgang. Volgens onderzoek van Lisette Hornstra * is motivatie  goed voor de prestatie. Andersom geldt hetzelfde. Wanneer leerlingen goede prestaties halen, stijgt vaak hun motivatie. Een lage motivatie kan dus zorgen voor slechte cijfers en slechte cijfers kunnen een verdere daling van motivatie veroorzaken.

*Lisette Hornstra is werkzaam als onderwijskundig onderzoeker en docent bij de Universiteit van Amsterdam. Ze is gepromoveerd op onderzoek naar de ontwikkeling van motivatie voor school van basisschoolleerlingen.

Geplaatst in: Nieuws

Moeten kinderen nog leren schrijven?

30 maart 2015 by Jolanda Geertse

Waarom kinderen nog leren schrijven, je kan het toch ook op de tablet doen?

In mijn praktijk kom ik regelmatig kinderen tegen die moeite hebben met schrijven.

Uit onderzoek blijkt dat leren schrijven wel degelijk nut heeft. Jolien Francken van de Radboud Universiteit heeft in 2013 een literatuurstudie afgerond naar het effect van typen en schrijven op de leesvaardigheid. Daar kwam uit naar voren dat schrijven met de hand andere effecten op de hersenen heeft dan typen. Ten eerste zorgt schrijven voor een betere ontwikkeling van de fijne motoriek. Ten tweede leer je beter waarnemen als je een daarmee samenhangende handeling uitvoert. Dit geldt dus ook voor lezen en schrijven.

Schrijven is dus van invloed op de leesvaardigheid. Maar het is niet zo dat schrijven beter is dan typen. Het werkt alleen anders in onze hersenen. Er is geen enkel bewijs dat als kinderen niet zouden leren schrijven, ze dan niet in staat zouden zijn om te leren lezen. Jolien Francken stelt alleen dat de motorische component van het schrijven het leren lezen vergemakkelijkt. Haar conclusie is dat het belangrijk is om aandacht te blijven besteden aan schrijfvaardigheden en dat meer onderzoek nodig is naar de effecten van het gebruik van laptops en i-Pads op scholen.

Hoewel sommige mensen dus menen dat goed kunnen schrijven tegenwoordig niet meer zo erg belangrijk is, moet het belang van een net handschrift en een soepele manier van schrijven niet worden onderschat. In het voortgezet onderwijs en in het beroepsleven wordt nog steeds veel met de hand geschreven.

Het gebruik maken van tablets als hulpmiddel moet natuurlijk niet vergeten worden. Kinderen die echt veel moeite hebben met schrijven, kunnen er baat bij hebben soms de tablet te gebruiken.

Als er in de groep een verhaal geschreven moet worden, en het schrijven zelf belemmert een kind in het maken van het verhaal, laat de leerling dan gebruik maken van een laptop.

Geplaatst in: Nieuws

Begrijpend lezen en voorlezen

11 maart 2015 by Jolanda Geertse

Laatst vroeg mijn 3 jarige zoon of ik nog eens wilde lezen over het dode broertje. Ik keek hem niet begrijpend aan.. totdat er bij mijn oudste zoon een lichtje begon te branden. Hij had die dag ervoor gevraagd wat de zin betekende: “daar heb ik een broertje dood aan”.  Om die zin uit te kunnen leggen had ik hem gevraagd het hele tekstballonnetje voor te lezen.
In mijn praktijk begeleid ik kinderen die moeite hebben met begrijpend lezen. Laatst heb ik met 1 leerling  gekeken hoeveel figuurlijke uitdrukkingen we in de Donald Duck konden vinden.

“hij zal nog op zijn snavel kijken”
“moeilijkheden op de hals halen”
“verdwijn uit mijn ogen”
“ze stond met haar snavel vol tanden”
“het dagje uit was in het water gevallen”

Als volwassene lees je er snel overheen maar onze taal is doorspekt met figuurlijke uitdrukkingen.
Bij begrijpend lezen leer en oefen je dit soort dingen.  Je leert onder andere hoe je de betekenis van woorden (of uitdrukkingen)  uit een tekst kunt halen. Het verschil tussen letterlijk en figuurlijk moet je dan wel kunnen maken.
Begrijpend luisteren moet eigenlijk vooraf gaan aan begrijpend lezen. Het technisch lezen moet een behoorlijk niveau hebben bereikt, voordat het even gemakkelijk is de inhoud van een zelf gelezen tekst volledig te begrijpen als wanneer diezelfde tekst wordt voorgelezen. Veel leerlingen bereiken dat niveau pas in groep 5 of 6.  Voorlezen speelt hier dus nog een grote rol. Voorlezen heeft een positief effect op woordenschat, spelling, tekstbegrip en de leesattitude Lees meer: http://www.leesmonitor.nu/page/10004/invloed-voorlezen
De linguïste Coosje van der Pol (2010) ontdekte in haar promotieonderzoek dat niet letterkennis, maar literaire beleving bijdraagt aan het latere proces van leren lezen. Literaire beleving zorgt voor leesplezier en dat vormt de basis om ook zelf aan het leesproces te willen deelnemen. Het is belangrijk dat kinderen leren luisteren naar spannende verhalen. Hierdoor leren ze dat verhalen verzonnen zijn en verwerven ze inzicht in de structuur van verhalen. Woordenschatontwikkeling vindt impliciet plaats.Interactie over het verhaal vindt achteraf plaats.
Om begrijpend lezen thuis te oefenen is het goed om samen met (iets oudere) kinderen veel verschillende teksten te lezen. Denk hierbij aan kinderkranten, leesboeken, informatieve boeken en strips. Daarnaast blijft voorlezen naast het zelf lezen  belangrijk, met name voor kinderen die moeite hebben met technisch lezen.  Natuurlijk kan je het ook samen doen en afwisselen, je kind leest een aantal bladzijden en jij leest het hoofdstuk verder af.

Kinderen van ouders die veel lezen, voorlezen en een rijk gevulde boekenkast hebben, lezen zelf meer, zijn leesvaardiger en schoppen het verder in het onderwijs.
Kinderen spiegelen zich aan het leesgedrag van hun ouders. Behalve het voorbeeld dat ze thuis krijgen, heeft ook de directe leesbegeleiding invloed. Ouders die voorlezen en discussiëren over boeken, stimuleren blijvend het leesplezier van hun kinderen.
http://www.leesmonitor.nu/page/10004/invloed-leesopvoeding

Geplaatst in: Nieuws

Cito toets als onafhankelijk instrument?

9 maart 2015 by Jolanda Geertse Reageer

Enkele maanden geleden werd ik aangesproken door een vader met een zoon in groep 8. De vader begreep niet hoe het nu met de Cito-eindtoets zat. Hij beheerst de Nederlandse taal nog niet helemaal (zijn kinderen zijn overigens wel in Nederland opgegroeid) en vroeg zich af of het daar aan lag. Hij vertelde over zijn zoon Hassan (niet zijn echte naam) die volgens zijn juf een laatbloeier was. Met begrijpend lezen scoorde hij eind groep 6 laag, maar gaandeweg toonde hij hierin duidelijk een stijgende lijn. Met andere vakken scoorde hij goed tot zeer goed. (Begin groep 7 had hij aanvankelijk Havo-tl advies, later werd dat Havo).

De juf wilde hem aanmelden voor de NIO toets* omdat ze zich afvroeg of zijn stijgende lijn wel een blijvende lijn was. Vader vroeg zich af waarom er nu een andere toets dan de Cito-eindtoets genoemd werd.

Vader is akkoord gegaan met aanmelden voor NIO toets en hieruit bleek dat zoonlief zeker naar Havo/Vwo kan.

Tja dan vraag ik me toch af waarom de Cito eindtoets nu verplaatst is....

Als redenen worden genoemd dat er weinig tot geen onderwijs meer gegeven wordt in de laatste maanden na de Cito toets en dat er vanuit het middelbaar onderwijs te veel belang gehecht wordt aan de uitslag van de cito toets.

Maar de Cito toets zo gebruiken is nooit de bedoeling geweest. Als het goed was telde het advies van de leerkracht altijd al zwaarder en werd dit advies gebaseerd op alle toetsen, inclusief de eindtoets. Ton Duif (voorzitter Algemene Vereniging Schoolleiders) is wel voorstander van een schoolkeuzeadvies wat niet gebaseerd is op de Cito-eindtoets, maar heeft wel de nodige kanttekeningen bij het gebruik van de Cito-eindtoets.

Ton Duif,

“Een verschuiving van de Cito-toets naar het einde van het schooljaar zorgt er voor dat leraren weer zelf het schoolkeuzeadvies geven en dat dit niet wordt gebaseerd op de Cito-score.  Dat vind ik een goede zaak. Het is overigens nooit nodig geweest alle kinderen de Cito-eindtoets af te nemen, alleen als de school twijfelt aan het te geven advies. En hoewel de Cito-toets daar niet voor was bedoeld, baseerden teveel scholen in het voortgezet onderwijs hun toelatingsbeleid veel te veel op die uitslag. Zo gaat onnodig talent verloren.”

 

Ik hoop dat ouders ook goed op de hoogte zijn van het gegeven wat je kan doen als de Cito score toch hoger uitvalt:

Het advies van de leerkracht is dus doorslaggevend. Als je score op de eind toets hoger uitvalt, kan je nog in gesprek gaan met de leerkracht.  Op de site centrale eindtoets is te lezen:

“Het kan zijn dat je de Centrale Eindtoets veel beter of juist veel slechter hebt gemaakt, dan je school van te voren dacht. Maak je de Centrale Eindtoets beter dan de school had gedacht, dan moet je school opnieuw naar het advies kijken. Heroverwegen wordt dat genoemd. Dat doen ze in overleg met jou en met je ouders/verzorgers. Het kan zijn dat het schooladvies dan wordt aangepast, maar dat hoeft niet”.

(als je de eindtoets slechter maakt, verandert er niets en blijft je schooladvies gewoon staan).Zie: www.centraleeindtoetspo.nl/leerlingen-en-ouders/over-de-toets/schooladvies/

 

De Cito toets is in de jaren negentig ingevoerd als onafhankelijk toetsinstrument. Een objectieve meetlat.

Hij is ontstaan vanuit de observatie dat de aanwezigheid van objectieve gegevens over de prestaties van leerlingen ervoor kan zorgen dat leerlingen met een zwakkere sociaal-economische achtergrond minder snel onderschat worden.

Daarbij is het belangrijk om te blijven zien dat een eindtoets een tweede gegeven is, dus naast het advies van de leerkracht staat.

Natuurlijk is het fijn dat middelbare scholen niet meer alleen naar de score van de Cito eindtoets kunnen kijken, hoewel ik me afvraag of er nu niet veel belang gehecht gaat worden aan de scores van het leerlingvolgsysteem of de entree toets in g. De zogenaamde sluipwegroute....

 

* De Nederlandse Intelligentietest voor Onderwijsniveau (NIO) is een Nederlandse test voor het onderwijs en wordt voornamelijk gebruikt om te testen welk onderwijsniveau in het voortgezet onderwijs het beste bij het kind aansluit.


Geplaatst in: Nieuws

Rekenen in groep 6

8 maart 2015 by Jolanda Geertse

Rekenen in groep 6

Zuchtend pakt zoonlief zijn tas uit. Opeens zeilt er een rekenboek en een schrift op tafel.
“Ik had het niet af en moet het nu afmaken, dat ga ik echt niet doen hoor, zo stom”.
Na een stapel boterhammen en een kop thee pakt hij (zij het zwaar zuchtend) zijn rekenboek op. “Dan heb ik het maar af”.

Hij moet wat min en plus sommen maken en dan zelf bedenken welke strategie erbij hoort.
“hee mam, hoe moet dit?” Hij is beland bij de som 723-99
Hij heeft als antwoord: 622
Als verklaring: je doet niet 99 maar 100 en dan eentje meer.
Een mooi riedeltje alleen doet hij er eentje naar links in plaats van naar rechts. Vertellend komen we er niet helemaal uit, hij begrijpt het wel als ik een tekening maak.
Dit valt me vaker op bij leerlingen, ze weten wel ongeveer wat ze moeten doen, maar ze zijn dan het inzicht in de som kwijt. Als ze het tekenen, een overzicht hebben, zien ze wel of ze er nu een naar links of naar rechts moeten.
Het bieden van structuur geeft zwakke rekenaars houvast, duidelijkheid en voorspelbaarheid.
Heel belangrijk hierbij is een gedegen observatie van de strategie die een kind bij rekenen toepast. Hoe pakt een kind een opgave aan, hoe oriënteren kinderen zich op een opgave?
Nemen ze voldoende tijd om de te kijken wat er in de opgave staat?
Daarnaast kan het interessant zijn om te onderzoeken of een kind in staat is om bepaalde gegevens korte tijd te onthouden. Iedere strategie kent immers wel een aantal deelstappen.
Voorbeeld: 80+40= 40=20+20 100+20=120 Hierbij moet de deelhandeling, 40=20+20 even onthouden worden. Sommige kinderen vinden dat moeilijk en vergeten uitkomsten van deelstappen of raken het spoor bijster.

Geplaatst in: Nieuws

  • « Ga naar Vorige pagina
  • Pagina 1
  • Pagina 2