Tegenvallende resultaten op school en nu?
Op veel scholen zijn deze week de verslagen/rapporten uitgedeeld. Voor de meeste kinderen en ouders een soort bevestiging van(...)
mobiele praktijk voor remedial teaching
30 juni 2015
Op veel scholen zijn deze week de verslagen/rapporten uitgedeeld. Voor de meeste kinderen en ouders een soort bevestiging van(...)
22 juni 2015
Boeken met een diepere laag Onlangs kreeg ik een exemplaar van “Het leven van een loser” van iemand. Achteloos(...)
16 juni 2015
Dyslexie verklaring en dan? Stel je hebt een kind met dyslexie. Dat je kind dyslexie heeft staat officieel in(...)
2 juni 2015
Lesgeven met passie Wat er leeft in de zee Welke lessen zijn voor kinderen interessant? Dat zijn lessen waarbij(...)
Gisteren werkte mijn vriend in de tuin. Hij had zijn handen vol grof tuinafval, schoenen vol modder en wilde wat in de vuilnisbak gooien. Om dat te kunnen doen heb je echter een pasje nodig.
Hij vroeg aan mijn zoon of hij wist waar het pasje lag. Zoonlief was druk bezig met het doorzagen van een tak.
“Ja, in de la”, en hij zaagde weer vrolijk verder.
Geërgerd sloeg ik dit gade en ik snelde met het kaartje naar buiten. Het wat toch duidelijk dat zijn vader het pasje nodig had, waarom zaagde hij dan gewoon door?
Iets later besefte ik mij dat de vraag was voor hem niet duidelijk genoeg was. Was er gevraagd om het pasje te halen, dan was hij waarschijnlijk meteen naar de keuken gesneld om het pasje te halen. Voor hem moet de communicatie heel duidelijk zijn. De dubbele lading van een vraag, ontgaat hem vaak.
Dit zie je ook terug op school, waar met name autistische kinderen behoefte hebben aan heldere communicatie, zonder beeldspraak. Ze lezen niet tussen de regels door en nemen woorden vaak letterlijk.
“Doe eens rustig” of “Netjes werken” zijn vrij algemene begrippen en zeggen kinderen doorgaans niet zo veel. Bovendien is netjes een vrij subjectief begrip. Misschien doet een kind heel erg zijn best en vindt hij of zij het netjes geschreven.
Het is beter als je specifiek iets aangeeft. Bijvoorbeeld in een schrijfles 1 werkpunt aangeven: schrijf deze les alle letters op de onderste lijn, dus geen dansende letters.
Helemaal mooi is het als ieder kind zijn eigen werkpunt heeft. Dat zou kunnen als je als leerkracht de schriften nakijkt en het werkpunt er voor de volgende keer inzet. Oudere kinderen kunnen per keer zelf een werkpunt formuleren en opschrijven.
(Beter 1 werkpunt goed doen dan dat het kind door de algemeenheid van de opmerking niet weet waar te beginnen)