• Door naar de hoofd inhoud

geeRTse :: remedial teaching

mobiele praktijk voor remedial teaching

  • Home
  • Wie ben ik?
  • Voor wie?
  • Diensten
  • Tarieven
  • Blog
  • Contact
Previous Next
Contact 06 186 910 42Blogfacebook

Nieuws

Tegenvallende resultaten op school en nu?

30 juni 2015 by Jolanda Geertse

Op veel scholen zijn deze week de verslagen/rapporten uitgedeeld. Voor de meeste kinderen en ouders een soort bevestiging van wat ze al wisten, Jantje of Pietje blijft redelijk op hetzelfde niveau.
Het kan ook voorkomen dat er een daling plaats vindt. Bijvoorbeeld van Cito score II naar cito score V met spelling. Hoe kan dat ???
Leerkrachten hebben vaak een goed beeld van je kind wat er aan de hand is. Is het ook niet duidelijk voor de leerkracht of wil je sowieso extra begeleiding voor na de vakantie, maak dan nog een dezer weken een afspraak, zodat je kind meteen na de vakantie kan starten met begeleiding.
En echt, mappen met werkboekjes mee op vakantie, zonder dat je daadwerkelijk weet wat de oorzaak is van de achterstand of lage score, helpt meestal niet.
Tijdens mijn begeleiding van kinderen, werk ik eigenlijk altijd aan meerdere dingen tegelijk. Zo zijn er kinderen met spellingproblemen die dan ook nog eens een onleesbaar handschrift vertonen.
Door eerst de spelling aan te pakken zodat kinderen een betere spellingbasis krijgen en weten wat ze op moeten schrijven, kan je gaandeweg gaan werken aan het handschrift. Het streven is dan een leesbaar handschrift.
Wat je dan vaak ziet na een aantal maanden begeleiding is een algehele verbetering van de werkhouding van Pietje. Pietje voelt zich zekerder, weet wat hij op moet schrijven en ook hoe.
Er is nog plaats voor nieuwe leerlingen. Je kan ook een kijkje nemen op mijn website: https://geertse-rt.nl/

Maar nu eerst lekker vakantie. En wil je toch wat doen met je kind? Zet je kind aan om te lezen, of lees voor of ga automatiseren (tafels oefenen).

Geplaatst in: Nieuws

Tijdloze kinderboeken met filosofisch tintje

22 juni 2015 by Jolanda Geertse

Boeken met een diepere laag

Onlangs kreeg ik een exemplaar van “Het leven van een loser” van iemand. Achteloos had ik het op de tafel gelegd en ik was verbaasd door de enthousiaste kreet die mijn zoon van 9 slaakte.

O wauw je hebt het leven van een loser meegenomen! Achter elkaar begon hij er in te lezen en al snel werden ook zijn broers enthousiast.

Jawel, de jongens wilden LEZEN.

Ik ben natuurlijk snel naar de bieb gesneld om meerdere exemplaren te bemachtigen. Het zijn grappige verhaaltjes met weinig tekst en veel plaatjes. Dus het leest lekker weg.

Zelfs die van 7 leest nu een exemplaar, hoewel wij ons afvragen of hij alles begrijpt. De jongens vroegen al of ik een van die boeken wilde voorlezen maar door de korte tekstfragmenten en het sterke verband tussen tekst en plaatjes, lees ik liever andere boeken voor. Boeken die meer geschikt zijn om voor te lezen. Mijn favoriete voorleesboeken zijn boeken met een licht filosofisch tintje. Mijn publiek geniet hier gelukkig ook van.

Gisterenavond las ik het laatste verhaaltje over een varkentje Bo voor uit Bo en het bos (Geert Kockere). Bo is een filosofisch ingesteld varkentje met een ontwapende kijk op het leven in het bos.

Varkentje Bo heeft iets met het bos. Het gaat er dikwijls naartoe. Maar het bos doet niet altijd wat Bo wil. In dat bos gebeuren er soms rare dingen. Dingen om diep over na te denken.
Kan een beek verliefd zijn? Of boos ? Zijn bomen slim? En wat met de dieren die er leven? De eekhoorn en de Vlaamse gaai. Of een slak zonder huis. Is dat erg? En wordt een kikker echt een prins als je hem kust ? Bo probeert overal een antwoord op te vinden. Op zijn manier...

Bo is een tijdloos boek voor jonge kinderen tot 7 jaar en hoort voor mij in de zelfde categorie als Kikker en pad (Arnold Lobel).

Kikker en pad zijn 2 vrienden die dicht bij elkaar wonen en stilstaan bij alledaagse dingen.

Lobel is er in geslaagd zijn personages in weinig, raak gekozen woorden en zinnen een diep menselijke lading mee te geven, die niet beperkt blijft tot de wereld van kinderen, maar ook volwassenen raakt. Kikker is de meer wijze, nuchtere, creatieve van de twee, Pad de impulsieve, flegmatieke, ijdele. Hun vriendschap wordt naar alle aspecten uitgewerkt: het fijne van samenzijn, de behoefte aan alleen zijn, maar ook de angst daarvoor. Pad ervaart het alleen zijn anders dan Kikker: in het verhaal 'De heuvel af' overtuigt Kikker de bange Pad ervan dat sleeën heerlijk is. Samen met Kikker durft Pad wel. Kikker, die achter zit, valt van de slee af. Pad heeft dat eerst niet in de gaten en voelt zich heerlijk op de naar beneden zoevende slee. Pas als hij merkt dat Kikker niet meer bij hem is gaat het mis en valt hij. Het gevóel samen te zijn is voor hem dus belangrijker dan werkelijk samen te zijn. Kikker daarentegen kíest er bewust voor om een keer alleen te zijn. Pad begrijpt daar niets van, denkt dat het zijn schuld is en gaat hem vol wroeging zoeken:

“'Kikker!' riep Pad./ 'Ik heb spijt van alle domme dingen/ die ik altijd doe./ Ik heb spijt van alle rare dingen/ die ik altijd zeg. Wil je alsjeblieft weer mijn vriend zijn?”'

Kikker is verbaasd:

“'Ik voelde me blij/ omdat ik een kikker was. /En ik voelde me blij/ omdat jij mijn vriend bent./ Ik wilde alleen zijn./ Ik wilde erover nadenken/ hoe mooi alles is.”'

Voor kinderen vanaf 9 jaar is Het sleutelkruid (Paul Biegel) een mooi (voorlees)boek. Een (klassiek)boek met een schitterende verhaallijn, zo geschreven dat je ondanks het aanbod van verhalen, niet de rode draad kwijtraakt.

Het verhaal gaat over koning Mansolein die al meer dan duizend jaar regeert over dieren, draken en dwergen. De koning is erg moe en zal snel sterven. Eenzaam in zijn koperen burcht, waar alleen een haas nog voor hem zorgt, gaat zijn gezondheid snel achteruit. De haas roept de hulp in van de wonderdokter die vaststelt dat het hart van de koning tikt´als een scheefstaande klok´. Er is sleutelkruid nodig om het hart weer op te winden. De plek waar het kruid groeit is geheim en vele dagreizen weg. Om de koning in leven te houden tot de dokter terug is met het genezende kruid moet zijn hart iedere dag éénmaal flink kloppen. Een dagelijks verhaal moet daarvoor zorgen. De wonderdokter vertrekt en belooft aan iedereen te zeggen dat wie een verhaal kent naar de burcht onder de koperen bergen moet gaan om het de koning te vertellen.

De eerste dag staat er een wolf voor de deur en hij vertelt over zijn spannende aanvaring met een heks, de volgende dag vertelt de eekhoorn´een heel leuk verhaaltje´ waarin een giraf in de maling wordt genomen en de dag daarop is duinkonijntje Ikke aan de beurt met het trieste verhaal hoe hij zijn broer Fliz kwijt raakte. Soms knapt de koning zo op van de verhalen dat hij de dieren meeneemt naar vergeten zalen in zijn burcht, maar op andere dagen vrezen de dieren dat de wonderdokter te laat zal komen.

In een volgend (boeken) blog stel ik historische kinderboeken centraal.

Geplaatst in: Nieuws

Dyslexieverklaring en dan?

16 juni 2015 by Jolanda Geertse

Dyslexie verklaring en dan?

Stel je hebt een kind met dyslexie. Dat je kind dyslexie heeft staat officieel in een verklaring.
En dan?
Je kan het gebruiken als een soort van vrijbrief: “Dat hoef ik niet te doen of te kunnen, want ik heb dyslexie” (een uitspraak die hier in huis wel eens klonk)
Op de basisschool wordt vaak rekening gehouden met dyslexie tijdens het afnemen van toetsen. Voor sommige toetsen zijn mondelinge versies beschikbaar. Mijn zoon vertelde laatst dat een medeleerling de tekst bij een begrijpend lezen toets voor hem voorlas. Een andere keer had de juf de hele tekst ingesproken en kon hij de tekst afluisteren en zelf stopzetten.
Dit kan uiteraard alleen bij een toets die niet het lezen zelf maar een ander onderdeel zoals begrijpend lezen toetst.
Dat er hulpmiddelen zijn wil natuurlijk niet zeggen dat het lezen niet meer geoefend moet worden. Blijf het lezen stimuleren, liefst dagelijks enkele bladzijden lezen zodat er leeskilometers gemaakt worden. Want lezen blijft hard nodig. Voor bepaalde vakken/onderdelen kunnen er hulpmiddelen ingezet worden maar dat geldt lang niet voor alle vakken.
Dyslexie is iets blijvends, wat niet wil zeggen dat je bij de pakken neer moet gaan zitten of dat hulp zinloos is. Met die dyslexie kun je wel leren omgaan. Wat kan een kind zelf doen, waar heb je als kind hulp bij nodig en wat kan er op school en thuis gedaan worden?
Als je thuis met je kind leest, is het handig om wat leestips mee te krijgen.
• Kies om te beginnen een boek wat je kind aanspreekt
• Stel het aantal te lezen bladzijden van te voren vast
• Komt je kind niet uit een woord, zeg het voor (tijdelijk voorzeggen leidt tot sneller automatiseren van het leesproces)
• Houdt de sfeer ontspannen (Juist als je kind moeite heeft met lezen is het belangrijk te blijven lezen, want ‘lezen leer je door te lezen’ )
• Lees dagelijks 10 minuten (Het is beter voor de leesontwikkeling iedere dag tien minuten samen te lezen of voor te lezen dan dat je eén keer per week een uur hieraan besteedt).
Verder verwijs ik graag naar de 10 leestips die je gratis kunt downloaden op mijn site https://geertse-rt.nl/
Belangrijk is natuurlijk dat er overleg is met school. Vraag de leerkracht wat er in de groep gedaan wordt op het gebied van extra hulp voor kinderen met dyslexie. De meeste basisscholen hebben een dyslexieprotocol waarin dit soort zaken beschreven en vastgelegd zijn. http://www.steunpuntdyslexie.nl/dyslexie-op-school/protocollen-dyslexie/
Kijk wat je zelf thuis met je kind kan doen en zorg dat je op 1 lijn hiermee zit. En als dit alles niet genoeg is (als er geen vooruitgang of stagnatie is) kijk dan of je hulp kunt inschakelen van een remedial teacher. Als je kind veel tijd besteed aan oefenen met spellen en lezen en er is geen vooruitgang zichtbaar, kan dit frustraties oproepen. Dat is zonde van de energie en wellicht is het dan tijd voor een andere aanpak.

Geplaatst in: Nieuws

Lesgeven met passie

2 juni 2015 by Jolanda Geertse

Lesgeven met passie

Wat er leeft in de zee

Welke lessen zijn voor kinderen interessant? Dat zijn lessen waarbij iets nieuws aangeprezen wordt, of iets aangeboden wordt op een bijzondere manier. Mensen met passie voor hun vak, draaien hun hand er niet voor om.

Sommige vakken lenen zich hier beter voor dan andere. Naar buiten gaan en zien wat er gebeurt, is natuurlijk helemaal top.

Zo volgden mijn kinderen vorig jaar een les in korren op het strand. Het korren werd begeleid door een enthousiaste strandexpert: Gjalt Sparrius (http://www.denatuurnatuurlijk.nl/)

Om te beginnen had hij een kistje bij zich met allerlei gevonden dieren/skeletjes. Kinderen mochten de voorwerpen pakken en voelen en er vragen over stellen.

De vragen vlogen Gjalt om de oren, maar hij beantwoordde ze rustig, een voor een.

Voor het korren daadwerkelijk begon, gaf Gjalt een heuse les over wat hij in de loop der tijden in de zee gevonden had. De kinderen luisterden ademloos.

Misschien zouden ze wel een Pieterman vangen: de gevaarlijkste vis van Europa! Gjalt legde uit wat te doen bij een steek van deze vis. Hij vertelde over de werking van het gif (dat uit eiwitten bestaat), dat boven de 40 graden Celsius niet meer werkt (omdat het dan stolt).

Mijn kinderen (ook die van toen net 6 jaar oud) kunnen nog steeds haarscherp uitleggen wat te doen als je gestoken wordt door zo’n vis en waarom je dan warm water moet gebruiken.

 

Zoals op de foto te zien, is er die keer inderdaad een heuse Pieterman gevangen. Dat het echt een gevaarlijke vis kan zijn, drong ook door tot de jongste  (toen 2,5 jaar). Hij werd  midden in de nacht wakker werd omdat er een man in zijn kamer stond.
“Een man”, vroeg ik met mijn slaperige hoofd.
"Ja een pieterman".

Geplaatst in: Nieuws

Positieve kanten van kind met autisme

23 mei 2015 by Jolanda Geertse

Positieve kanten van kind met autisme

Waar kinderen met autisme sterk in zijn.
Kinderen met autisme voelen emoties van anderen minder goed of anders aan. Bij ons thuis is dat soms best handig. Een van mijn kinderen heeft sinds hij 6 weken is, een heftige vorm van breath holding spells.

Dat betekent dat hij in bepaalde situaties zijn adem inhoudt en daardoor flauw valt. Aanvankelijk schrokken we ons echt rot, gaandeweg leer je er beter mee om gaan.

Via deskundigen op dit gebied is ons geadviseerd om zo snel mogelijk weer over te gaan tot de orde van de dag. Als moeder zijnde, lukt me dat vaak niet, iedere keer weer, ben ik toch wel emotioneel als ik hem zie wegzakken en daarna weer zie bijkomen.

Mijn oudste zoon (die met wat autistische trekjes) niet gehinderd door heftige schrikreactie, neemt zijn kleine broertje dan heel gedecideerd mee en gaat rustig met hem schommelen. Terwijl de rest van het gezin behoorlijk aangedaan is (“mama, mama wanneer komt hij weer bij, en hij is toch niet te lang weg…”) gaat mijn oudste zoon gewoon rustig zijn gang en wacht tot broertje lief weer bij gekomen is. Hij praat op gewone toon tegen hem en besteedt geen aandacht aan de aanval.

 

Een ander veel voorkomend kenmerk van kinderen met autisme, is de behoefte aan structuur/ orde .

De kamer van zoonlief is een toonbeeld van netheid, niet dat hij nu zo vaak opruimt, maar het heeft er meer mee te maken dat hij zich niet hecht aan spullen. Dingen waar hij op uit gekeken is, zet hij op de gang neer, hup weg ermee.

Het past wel bij hem, zo min mogelijk prikkels om je heen. De kastdeurtjes van zijn kewlox kast moeten ook allemaal dicht zijn, voor hij gaat slapen. Zijn precisie neemt soms legerachtige vormen aan. Maar daarmee ordent hij zelf heel goed zijn omgeving.

Voor ouders en leerkrachten ligt hier een schone taak om kinderen met autisme te helpen met het inspelen op prikkels. Dat betekent dat het soms handig is  om die ene lastige prikkel te vermijden en soms moet je je kind leren omgaan met die ene prikkel.

Het kost kinderen met autisme heel veel energie om te leren wennen aan bepaalde prikkels of om ze te negeren. Makkelijker is het om de prikkels te 'neutraliseren

Zie ook:

http://www.gedragsproblemen-kinderen.info/tips-autisme

Geplaatst in: Nieuws

Heldere communicatie met kinderen

28 april 2015 by Jolanda Geertse

Gisteren werkte mijn vriend in de tuin. Hij had zijn handen vol grof tuinafval, schoenen vol modder en wilde wat in de vuilnisbak gooien. Om dat te kunnen doen heb je echter een pasje nodig.

Hij vroeg aan mijn zoon of hij wist waar het pasje lag. Zoonlief was druk bezig met het doorzagen van een tak.

“Ja, in de la”, en hij zaagde weer vrolijk verder.

Geërgerd sloeg ik dit gade en ik snelde met het kaartje naar buiten. Het wat toch duidelijk dat zijn vader het pasje nodig had, waarom zaagde hij dan gewoon door?

Iets later besefte ik mij dat de vraag was voor hem niet duidelijk genoeg was. Was er gevraagd om het pasje te halen, dan was hij waarschijnlijk meteen naar de keuken gesneld om het pasje te halen. Voor hem moet de communicatie heel duidelijk zijn. De dubbele lading van een vraag, ontgaat hem vaak.

Dit zie je ook terug op school, waar met name autistische kinderen behoefte hebben aan heldere communicatie, zonder beeldspraak. Ze lezen niet tussen de regels door en nemen woorden vaak letterlijk.

“Doe eens rustig” of “Netjes werken”  zijn vrij algemene begrippen en zeggen kinderen doorgaans niet zo veel. Bovendien is netjes een vrij subjectief begrip. Misschien doet een kind heel erg zijn best en vindt hij of zij het netjes geschreven.

Het is beter als je specifiek iets aangeeft. Bijvoorbeeld  in een schrijfles 1 werkpunt aangeven: schrijf deze les alle letters op de onderste lijn, dus geen dansende letters.

Helemaal mooi is het als ieder kind zijn eigen werkpunt heeft. Dat zou kunnen als je als leerkracht de schriften nakijkt en het werkpunt er voor de volgende keer inzet. Oudere kinderen kunnen per keer zelf een werkpunt formuleren en opschrijven.

(Beter 1 werkpunt goed doen dan dat het kind door de algemeenheid van de opmerking niet weet waar te beginnen)

Geplaatst in: Nieuws

  • Pagina 1
  • Pagina 2
  • Ga naar Volgende pagina »